Begroting 2020

Van voorjaarsnota 2019 naar programmabegroting 2020-2023

Van voorjaarsnota 2019 naar programmabegroting 2020-2023

Het vertrekpunt voor de programmabegroting 2020-2023 is de Voorjaarsnota 2019. Na de voorjaarsnota is het budgettaire beeld geactualiseerd op basis van de financiële ontwikkelingen. De uitkomsten van deze actualisatie zijn verwerkt bij het opstellen van deze voorliggende programmabegroting.

Om te komen tot een sluitende meerjarenbegroting voor de jaren 2020 en verder is de begroting als geheel geactualiseerd. Daarin worden ook diverse maatregelen genomen en middelen ingezet conform het coalitieakkoord 2019-2022 ‘Samen voor de stad’, zoals gepresenteerd op 9 december 2019 (RIS304121). De overige mutaties hebben geen invloed op het saldo van de gemeentelijke begroting als geheel. Deze hebben vooral betrekking op het verplaatsen van budget tussen begrotingsprogramma’s en het herfaseren van projectuitvoering (al dan niet met dekking uit reserves). In navolgende passages zijn, per onderdeel, de verwerkte aanpassingen van de meerjarenbegroting gepresenteerd en nader toegelicht.

i. Voorjaarsnota 2019

Met de voorjaarsnota is het budgettaire beeld, op de algemene begrotingsposten, voor de komende jaren op 16 april 2019 aan de gemeenteraad aangeboden (RIS302463). Het budgettaire beeld is gebaseerd op de autonome ontwikkelingen. Het gaat hierbij om de ontwikkelingen die zich onafhankelijk van het te voeren beleid voordoen op het gemeentefonds, belastingen, dividenden, rente, loon- en prijsontwikkeling alsmede de herijking van het weerstandsvermogen.

De voorjaarsnota schetste een negatief meerjarenbeeld. Dit negatieve beeld is grotendeels veroorzaakt door een negatieve bijstelling op de raming van de algemene uitkering op het gemeentefonds. Voornaamste reden hiervoor is het achterblijven van de rijksuitgaven. Het gemeentefonds groeit of krimpt namelijk mee met de werkelijke rijksuitgaven. Dit heet de trap-op-trap-af-systematiek. Deze negatieve bijstelling (“trap-af”) loopt op tot € 20 mln. voor de jaren 2022 en verder. Het structurele tekort vanaf 2023 is in de voorjaarsnota becijferd op bijna € 14 mln. Onderstaande tabel geeft het totale overzicht.

bedragen x € 1.000

Voorjaarsnota

Incidenteel

Structureel

2020 e.v.

2020

2021

2022

2023

Budgettair beeld algemene posten 

13.641

-22.270

-18.428

-14.530

-13.682

Naast de algemene posten is er ook notie gemaakt van tekorten op specifieke beleidsterreinen, met name omtrent de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Jeugdhulp. Bij ongewijzigd beleid dreigden deze tekorten op te lopen tot meer dan € 50 mln. in 2023. Tot slot was er een incidentele opgave van ruim € 33 mln. om een aantal negatieve reserves (m.n. de programmareserve Zorg, welzijn, jeugd en volksgezondheid en de centrale bedrijfsvoeringreserve) aan te vullen.

ii. Actualisatie budgettair beeld

Op basis van de voorjaarsnota en het coalitieakkoord 2019-2022 is het budgettair beeld voor de komende jaren als volgt geactualiseerd:

bedragen x € 1.000

Actualisatie budgettair beeld 

Incidenteel

Structureel

2020 e.v.

2020

2021

2022

2023

0) Raming algemene uitkering gemeentefonds

0

0

0

0

0

1) Nieuwe cao gemeenteambtenaren

0

3.000

3.000

3.000

3.000

2) Renteontwikkelingen (aanvullend op de
     voorjaarsnota)

1.000

0

0

0

0

3) Bijstelling algemene reserve 

7.800

0

0

0

0

4) Financiering geplande evenementen

-7.200

0

0

0

0

5) Afdekken structureel tekort organisatie    
     Verkiezingen

0

-600

-600

-600

-600

6) Compensatie wegvallende rijksvergoeding voor
     boetes openbare ruimte

0

-500

-500

-500

-500

7) Tekorten zorg bij ongewijzigd beleid (incl. 2018) 

-21.600

-51.000

-50.000

-35.000

-35.000

7) Compensatie tekorten zorg door Rijk

0

11.332

11.332

PM

PM

Totaal

-20.000

-37.768

-36.768

-33.100

-33.100

Het betreft de volgende (financiële) ontwikkelingen;

  • In de voorjaarsnota is aangekondigd het budgettaire beeld te herzien op basis van de meicirculaire van het gemeentefonds (0). De mei- en septembercirculaire geven geen aanleiding om het meerjarige budgettaire beeld ten opzichte van de voorjaarsnota te herzien. Voornaamste reden is dat het Rijk in deze circulaires geen rekening houdt met krimp in haar uitgaven en hierdoor, in het meerjarencomplex bezien, geen majeure afwijkingen ten opzichte van de huidige Haagse meerjarenbegroting ontstaan.
  • Op 28 juni 2019 is een nieuwe CAO voor de gemeenteambtenaren afgesloten. Doordat de afgesproken loonsverhoging gefaseerd wordt ingevoerd ontstaat er in 2019 en 2020 een incidenteel voordeel ten opzichte van de gereserveerde middelen. Voor 2021 en verder is rekening gehouden met een aanvullende loonstijging, corresponderend met de verwachte inflatie voor dat jaar. Deze valt positief uit ten opzichte van eerdere verwachtingen. Om deze redenen is € 3 mln. structureel als voordeel doorgevoerd (1).
  • Daarnaast hebben zich enkele rentevoordelen (2) voorgedaan. Dat resulteert vanaf 2020 in een incidenteel voordeel van € 1 mln. door doorrekening van de jaarrekeningeffecten op de leningenportefeuille en hogere verwachte baten op de personeelshypotheekportefeuille.
  • Jaarlijks wordt het gemeentelijke risicocumulatiemodel geactualiseerd bij de voorjaarsnota en in de programmabegroting verwerkt. De benodigde weerstandscapaciteit (3) is verlaagd. Daardoor kan € 7,8 mln. vrijvallen uit de algemene reserve.
  • De gemeente heeft zich gecommitteerd aan de organisatie van de reeds geplande Invictus Games (2020; € 2,2 mln.) en de Ocean Race (2020 - 2022; € 5 mln.). Voor beide evenementen betreft het een maximum bijdrage (5).
  • Ook wordt de gemeente geconfronteerd met het feit dat de organisatie van verkiezingen (5) stelselmatig hogere lasten met zich meebrengt dan waarmee in de begroting rekening wordt gehouden. De hogere lasten hangen samen met de hogere eisen die aan het verkiezingsproces worden gesteld. De benodigde aanvullende budgetten zijn in de begroting verwerkt waarmee er gemiddeld voldoende budget is om de verkiezingen in de toekomstige jaren deugdelijk te organiseren.
  • Het Rijk is gestopt met de vergoeding voor het uitschrijven van boetes voor overtredingen in de openbare ruimte. De weggevallen rijksmiddelen worden structureel gecompenseerd (6), om te voorkomen dat de uitbreiding van het aantal handhavers in het gedrang komt.

Jeugd en Wmo (7)
De gemeente wordt geconfronteerd met aanzienlijke hogere kosten op de Jeugd en Wmo, net als vrijwel elke andere gemeente in Nederland. Bij ongewijzigd beleid bedraagt het tekort circa € 50 mln. structureel. Omdat het tekort van 2019 reeds van dekking is voorzien met de actualisatie van de begroting 2019 (RIS304042), resteert incidenteel het tekort van 2018 van € 21,6 mln..
In de voorliggende begroting is ook het structurele tekort op de Jeugd en Wmo verwerkt en van dekking voorzien, waarbij de genomen maatregelen Jeugd en Wmo een voorname rol spelen (zie verderop bij het onderdeel Ruimte en maatregelen, nummer 20). Verder wordt bij het verwachte tekort dezelfde lijn gehanteerd die ook de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport hanteert in de kamerbrief over de uitkomsten van de voorjaarsnotabesluitvorming over de jeugdzorg en de GGZ (kenmerk 1535302-191323-J). De minister schrijft: “de vraag of de geconstateerde groeiende vraag naar jeugdzorg een boeggolf is of, en zo ja in welke mate, een structureel karakter heeft, is nog niet te beantwoorden”. Voor het Rijk is dit aanleiding om gemeenten niet structureel te compenseren voor de tekorten op de jeugdhulp, maar incidenteel (zie 17) én om een onderzoek in te stellen “om te kunnen bepalen of, en zo ja in welke mate, gemeenten structureel extra middelen nodig hebben”. Wanneer uit het onderzoek volgt dat er geen sprake is van een boeggolf zal het Rijk logischerwijs extra middelen voor de jeugdhulp beschikbaar stellen.
Het wordt echter niet opportuun geacht om vooruitlopend op de uitkomsten van dit onderzoek deze extra baten op dit moment te ramen. Wanneer uit het onderzoek volgt dat er sprake is van een boeggolf zal het Rijk geen extra middelen beschikbaar stellen. In dat geval zullen ook voor de gemeente Den Haag te zijner tijd de lasten afnemen. Hiermee is de begroting structureel in evenwicht. In afwachting op de uitkomsten van het onderzoek is vooralsnog dit zodanig terug te zien in de verwachte raming van de gemeente Den Haag op de Wmo en Jeugdhulp. Mocht uit het onderzoek blijken dat de kostenstijging structureel van aard is, zal ook structurele compensatie van het Rijk volgen.

De Voorjaarsnota 2019 en de actualisatie budgettair beeld vormen samen het budgettaire vertrekpunt van deze begroting (overeenkomend met het financieel kader in het coalitieakkoord):

bedragen x € 1.000

Totaal financieel kader

Incidenteel

Structureel    

2020 e.v.

2020

2021

2022

2023

Totaal

-6.359

    -60.038

-55.196

-47.630

-46.782

iii. Intensiveringen

In het coalitieakkoord 2019-2022 ‘Samen voor de stad’ (RIS304121) zijn afspraken vastgelegd over nieuwe intensiveringen. Het totaal hiervan is verwerkt in onderstaande tabel.

bedragen x € 1.000

Intensiveringen

Incidenteel

Structureel    

Volgorde cf. programma-indeling                        

2020 e.v.

2020

2021

2022

2023

8) Uitbreiding capaciteit gemeentelijk
     bureau Bibob (3 fte)

0

300

300

300

300

9) Verbouwing en herinrichting Centrale
     Bibliotheek

2.000

0

0

0

0

10) In stand houden Armoedevoorziening

2.000

0

500

500

500

11) Uitbreiden Schuldenaanpak

0

450

900

900

900

12) STiP-regeling voor de jaren 2020, 2021
      en 2022 (€ 5 mln. per jaar)

15.000

0

0

0

0

13) Toegankelijkheidfonds

3.500

0

0

0

0

14) Extra inzet maatschappelijke opvang
      (incl. oplossen tekort 2019)

8.300

0

0

0

0

15) Verkleinen taakstelling Welzijn

1.000

0

1.000

3.000

3.000

16) Buitenruimte Nieuw Waldeck, Houtwijk,
      Mariahoeve

9.350

0

0

0

0

17) Uitbreiding capaciteit handhaving

0

0

500

500

500

18) Uitbreiding capaciteit
      Sportcombinatiefunctionarissen

0

450

900

900

900

19) Uitbreiding Pandbrigade (budgettair
      neutraal)

0

0

0

0

0

Totaal

41.150

1.200

4.100

6.100

6.100

In de begroting zijn op diverse posten intensiveringen doorgevoerd conform het coalitieakkoord;

  • De gemeente stelt structureel extra middelen beschikbaar voor de ambtelijke capaciteit van het Gemeentelijk Bureau Bibob (8) ten behoeve van onderzoek naar transacties met externe partijen en subsidie- en vergunningsaanvragen.
  • Er zijn extra middelen vrijgemaakt voor de modernisering van de Centrale Bibliotheek (9). Deze zijn incidenteel opgenomen in de begroting.
  • De toegankelijkheid van armoedevoorzieningen, waaronder de Ooievaarspas, wordt gewaarborgd (10). Hiervoor is een structureel bedrag vanaf 2021 en een incidenteel bedrag opgenomen in de begroting.
  • Daarnaast wordt de schuldenaanpak versterkt en uitgebreid (11). Hiervoor is een structureel bedrag, oplopend tot € 0,9 mln., opgenomen.
  • De STiP-regeling wordt verlengd tot 2022 (12). Daarvoor is tot 2022 jaarlijks incidenteel € 5,0 mln. beschikbaar.
  • Extra middelen worden ingezet voor het uitbreiden van het Toegankelijkheidsfonds (13). Hiermee kan de fysieke, sociale en digitale toegankelijkheid van maatschappelijke organisaties, horeca en winkels verbeterd worden.
  • De gemeente wordt geconfronteerd met een groeiende vraag naar maatschappelijke opvang, terwijl de uitstroom naar zelfstandige woonruimte stokt. Daarom maakt de gemeente incidenteel een bedrag vrij voor de maatschappelijke opvang (14). Dekking van het financiële tekort op maatschappelijke opvang uit de jaarschijf 2019 wordt ook gedekt uit deze middelen.
  • De taakstelling op Welzijn wordt structureel verkleind (15). De vermindering op de taakstelling is opgenomen in de begroting.
  • Voor het opknappen van Nieuw Waldeck, Houtwijk en Mariahoeve (16) wordt een incidenteel bedrag beschikbaar gesteld van € 9,35 mln.
  • Er komen meer handhavers in de openbare ruimte (17).
  • Voor sportcombinatiefunctionarissen vindt eveneens een capaciteitsuitbreiding plaats (18).
  • De pandbrigade wordt uitgebreid (19). De extra capaciteit wordt gedekt door een toename van baten. Derhalve zijn hiervoor geen extra middelen vrijgemaakt in de begroting. Volledigheidshalve is deze wel als intensivering opgenomen.

iv. Ruimte en maatregelen

Om de meerjarenbegroting sluitend te krijgen is gezocht naar de benodigde middelen. De onderstaande tabel presenteert in een oogopslag de ingezette ruimte en genomen maatregelen.

bedragen x € 1.000

Ruimte & Maatregelen

Incidenteel

Structureel    

inkrimpingen, verlagen kosten, en verhogen baten          

2020-2023

2020

2021

2022

2023

20) Maatregelen Zorg en Jeugd binnen het
       programma

0

20.643

22.643

24.643

24.643

20) Verzachting tekorten Zorg en Jeugd

-14.500

0

0

0

0

21) Verduurzaamheidsimpuls openbare
      ruimte (straatverlichting e.d.)

-12.000

0

1.500

1.500

1.500

21) Dekking verduurzaamheidsimpuls
      vanuit Enecomiddelen

12.000

0

0

0

0

22) Verduurzamingsimpuls vastgoed en
       onderhoud Sportaccommodaties

-12.000

0

1.500

1.500

1.500

22) Dekking verduurzamingsimpuls  
       Sportaccommodaties vanuit
       Enecomiddelen

12.000

0

0

0

0

23) Niet uitvoeren plan buitenbad
       Zuiderpark

0

0

300

468

468

24) Versobering programma Economie en
       evenementen

0

0

4.000

4.000

4.000

25) Verlagen projectbegeleidingsbudget
       verplaatsing Geleen- en Doubletstraat
       (3x € 1 mln.)

3.000

0

0

0

0

26) Mobiliteitsprojecten (fietspaden,
       wegen, vervangen infra) dekken vanuit
       Enecomiddelen

0

0

5.000

5.000

5.000

27) Schrappen budget herhuisvesten
       Koninklijke Bibliotheek

15.000

0

0

0

0

28) Inhouding op
       loon- en prijscompensatie apparaat

0

0

8.600

14.100

16.000

29) ICT-impuls apparaat

-20.000

0

0

0

0

29) Dekking ICT-impuls apparaat vanuit
       Enecomiddelen

10.000

0

0

0

0

Totaal

-6.500

20.643

43.543

51.211

53.111

De maatregelen zijn op diverse posten in de begroting verwerkt;

  • Binnen het begrotingsprogramma 8 Zorg, welzijn, jeugd en volksgezondheid wordt een pakket aan maatregelen genomen, waardoor op de begroting de lasten structureel dalen (20). Maatregelen binnen dit programma richten zich op het tegengaan van oneigenlijk gebruik, het beter aanbesteden op doelmatig en doeltreffend zorgaanbod en preventieve inzet / verbeterde indicatiestelling om de beweging van zware naar lichte zorg vorm te geven. De genomen maatregelen zijn kwaliteitsgericht en hebben geen gevolgen voor de zorginhoudelijke en onafhankelijke indicatiestelling door professionals. Tegenover dit pakket aan maatregelen staat een incidentele verzachting.
  • De gemeente zet in op de verduurzaming van de openbare ruimte, bijvoorbeeld door het aanbrengen van energiezuinige straatverlichting (21). Structureel dalen hierdoor de lasten in de openbare ruimte binnen programma 9 Buitenruimte. Ter dekking van het aanbrengen van verduurzamende elementen is een incidentele impuls verwerkt in de begroting. Deze impuls wordt gedekt vanuit de verkoopopbrengst van Eneco. Dit wordt als zodanig verwerkt in de begroting na afronding van de verkoop.
  • Evenzo zet de gemeente in op de verduurzaming van het vastgoed van sportaccommodaties (22). Structureel dalen hierdoor de lasten van sportaccommodaties binnen programma 10 Sport. Ter dekking van het aanbrengen van verduurzamende elementen is een incidentele impuls verwerkt in de begroting. Deze impuls wordt gedekt vanuit de verkoopopbrengst van Eneco. Dit wordt als zodanig verwerkt in de begroting na afronding van de verkoop.
  • De realisatie van een buitenbad in het Zuiderpark is niet haalbaar gebleken (23). De structurele middelen die hiervoor waren, zijn in deze begroting opnieuw ingezet.
  • De gemeentelijke inzet op het economisch beleid wordt versoberd (24). Dit is doorgevoerd op het begrotingsprogramma 11 Economie.
  • Het projectbegeleidingsbudget voor de verplaatsing van de Doublet- en Geleenstraat wordt incidenteel verlaagd (25). De gemeente staat welwillend tegenover particuliere initiatieven voor de verplaatsing van de ramen in de Doublet- en Geleenstraat. Verplaatsing naar een nieuwe locatie is pas mogelijk als dit tot een verbetering van de veiligheid en de gezondheid van sekswerkers leidt. De initiatieven moeten een financieel dekkend bedrijfsplan hebben, deze verplaatsing wordt niet gefinancierd met gemeenschapsgeld.
  • Afgesproken is om de verkoopopbrengst van Eneco voor 50% in te zetten voor mobiliteit. Vanuit deze impuls dienen ook bestaande projecten gedekt te worden. De hiervoor gereserveerde middelen vallen daarom vrij. De vrijgevallen middelen zijn in deze begroting ingezet (26).
  • Er ontstaat incidentele ruimte op de begroting doordat de gereserveerde  middelen voor de herhuisvesting van de Koninklijke Bibliotheek anders worden ingezet (27).
  • Om te komen tot een structureel sluitende meerjarenbegroting, is bepaald om een bedrag van de gereserveerde structurele loon- en prijscompensatie niet uit te keren (28). Deze inhouding is evenredig over de programma’s verdeeld en loopt op tot €16 mln. in 2023. De benodigde compenserende maatregelen zullen (per programma) door de portefeuillehouders en de organisatie worden uitgewerkt en doorgevoerd. Gegeven de eerder genoemde problematiek van de Jeugdhulp en de Wmo is deze maatregel op programma 8 met een factor 0,5 toegepast.
  • De gemeente zet in op ICT met een incidentele impuls (28). Deze impuls wordt deels gedekt vanuit de loon- en prijscompensatie en deels wordt dit gedekt vanuit de verkoopopbrengst van Eneco. Dit wordt als zodanig verwerkt in de begroting na afronding van de verkoop.

v. Belastingen en heffingen

Den Haag kent een laag lastenniveau. Om de financiële tegenwind het hoofd te bieden, is in het coalitieakkoord afgesproken om de baten, verdeeld over diverse belastingsoorten, te verhogen. Dit loopt op tot een bedrag van € 17 mln. in 2023. De tabel hieronder geeft een overzicht van hoe de vergroting van de baten verwerkt is in de begroting. De gemeenteraad heeft op 19 december 2019 ingestemd met deze belastingbijstellingen voor 2020 Voor een nadere toelichting, zie de paragraaf lokale heffingen van deze begroting.

bedragen x € 1.000

Belastingen en heffingen

Incidenteel

Structureel

2020 e.v.

2020

2021

2022

2023

29) Hondenbelasting

0

0

2.000

2.000

2.000

30) Parkeerbaten (areaal alsmede 3e en verdere vergunning)

0

1.000

1.000

2.000

2.500

31) Toeristenbelasting

0

1.000

2.000

2.350

2.500

32) OZB 

0

10.000

10.000

10.000

10.000

Totaal

0

12.000

15.000

16.350

17.000

De belastingen zijn verwerkt in de opgestelde meerjarenbegroting;

  • De hondenbelasting blijft bestaan. Dat levert een extra baat op vanaf 2021 (29).
  • De parkeerbaten nemen toe vanaf 2020 (30). Hieraan ten grondslag ligt prijscompensatie op basis van areaal, de vergroting van de gebieden waar betaald parkeren geldt en de verhoging van de parkeervergunningsprijs van derde en volgende voertuigen.
  • De toeristenbelasting neemt toe door zowel een verhoging van het standaardtarief als door de aanpassing van de huidige regeling, waardoor toeristen die langer dan 21 dagen in Den Haag verblijven ook toeristenbelasting in rekening gebracht krijgen (31).
  • In 2020 gaat ook de Onroerend Zaak Belasting (OZB) omhoog. Voor de OZB zijn de baten structureel verhoogd met € 10 mln. (32)

vi. Financiële techniek

De meerjarenbegroting is sluitend gemaakt met de inzet van financiële techniek. Dat is de gebruikelijke ‘technische match’ die wordt toegepast om de verschillen tussen jaarschijven op te vangen. Hiermee worden de saldi in de jaarschijven goed gezet. In de begroting ziet dat er als volgt uit:

bedragen x € 1.000

Financiële techniek

Incidenteel

Structureel

2020 e.v.

2020

2021

2022

2023

33) Inzet activareserve voor zorgproblematiek 2019 + restant activareserve 2019

15.000

-3.500

-3.500

-3.500

-3.500

34) Voorfinanciering incidenteel tekort uit Enecomiddelen

33.300

0

0

0

-5.000

35) Aanvullende inzet activareserve

30.000

0

0

-3.500

-3.500

Totaal

78.300

-3.500

-3.500

-7.000

-12.000

  • Zoals besloten in de raad van 19 december 2019, wordt € 15 mln. van de reserve Activafinanciering ingezet voor de zorgproblematiek tot aan 2019 (33). Deze inzet wordt conform het coalitieakkoord 2019 – 2022 ter beschikking gesteld om incidentele dekking om te zetten naar structurele dekking. Deze vrijval van € 15 mln. is ‘uitgeruild’ tegen een structurele € 3,5 mln. Voor uitgebreider inzicht in de werking van deze systematiek wordt verwezen naar begrotingsprogramma 15 Financiën: gemeentebrede reserves, Ad. 4 Activafinanciering.
  • Daarnaast is, conform afspraak uit het coalitieakkoord, de voorfinanciering van het incidentele tekort uit de Enecomiddelen in jaarschijf 2020 van € 33,3 mln. opgenomen (34). Deze voorfinanciering is ‘uitgeruild’ tegen een structureel bedrag ter hoogte van € 5 mln. vanaf 2023. Dit structurele bedrag wordt toegevoegd aan de portefeuille die nu de voorfinanciering mogelijk maakt (conform procentuele inzet van de verkoopopbrengst). Daartoe wordt in een latere fase een apart besluit genomen.
  • Een aanvullend deel van de activareserve ter hoogte van € 30 mln. wordt eveneens, conform dezelfde systematiek als onder 33, ingezet voor een uitruil (35). Hiertoe is besloten in de raad van 19 december 2019. Tegenover deze vrijval van € 30 mln. staat een jaarlijks bedrag van € 3,5 mln. structureel.

vii. Sluitende meerjarenbegroting 2019-2023

De verschillende onderdelen tezamen resulteren in het volgende totaaloverzicht.

bedragen x € 1.000

Van Voorjaarsnota 2019 naar Programmabegroting 2020-2023

Incidenteel

Structureel

2020 e.v.

2020

2021

2022

2023

i. Voorjaarsnota 2019

13.641

-22.270

-18.428

-14.530

-13.682

ii. Actualisatie budgettair beeld

-20.000

-37.768

-36.768

-33.100

-33.100

Budgettair kader programmabegroting

-6.359

-60.038

-55.196

-47.630

-46.782

iii. Intensiveringen

-41.150

-1.200

-4.100

-6.100

-6.100

 Stand 

-47.509

-61.238

-59.296

-53.730

-52.882

iv. Ruimte en maatregelen

-6.500

20.643

43.543

51.211

53.111

v. Belastingen en heffingen  

0

12.000

15.000

16.350

17.000

vi. Financiële techniek  

78.300

-3.500

-3.500

-7.000

-12.000

 Saldo 

24.291

-32.095

-4.253

6.831

5.229

Kasschuif

-24.288

32.095

4.253

-6.831

-5.229

vii. Meerjarenbegroting 2020-2023

3

0

0

0

0

Overige mutaties

De overige mutaties zijn voor de gemeente als geheel neutraal en zijn derhalve niet opgenomen in bovenstaand overzicht. Wel worden deze, indien relevant, in de navolgende passages verder toegelicht. Samenvattend kan worden gesteld dat na verwerking een meerjarig sluitende programmabegroting 2020-2023 met een eindsaldo van € 0 mln. blijkt.

Aanvullen negatieve reserves
Zoals geadresseerd in de Voorjaarsnota 2019 (RIS302463) hadden na verrekening van het jaarrekeningresultaat 2018 drie programmareserves een negatieve stand. Het ging hierbij om de programmareserves 2 - College & Bestuur, 8 - Zorg, Welzijn, Jeugd & Volksgezondheid en 11 – Economie. Ook was het saldo van de centrale bedrijfsvoeringsreserve negatief.

Conform de financiële verordening komt het college met een voorstel om deze reserves binnen maximaal twee begrotingsjaren (vanaf het begrotingsjaar waarin het tekort is gerealiseerd) tenminste op nihil te krijgen.

Om de negatieve reserve van programma 8 van € 21,6 mln. op te lossen zijn middelen vrijgemaakt in het coalitieakkoord “Samen voor de Stad”. De herstelplannen voor de overige negatieve reserves zijn vastgesteld bij de Begrotingsbijstellingen 2019 (RIS304042). Hiermee is in deze begroting invulling gegeven aan deze zogenaamde herstelplannen en zijn de financiële implicaties in de begroting verwerkt. De negatieve reserves worden hiermee binnen de gestelde termijn aangevuld.
 

Actualisatie Meerjarig Investeringsplan 2019-2023
Bij de actualisatie van het budgettaire beeld heeft ook een nadere analyse op het Meerjarige Investeringsplan (MIP) plaatsgevonden. Op het vervallen van het buitenbad Zuiderpark na, zijn de mutaties al bekrachtigd in het besluit begrotingsbijstellingen van het uitvoeringsjaar 2019 (RIS304042). Omdat de investeringsprojecten in de komende periode tot realisatie komen, worden ook de actualisaties in 2019 in deze tabel toegelicht.

bedragen x € 1.000

Actualisatie Meerjaren Investeringsplan 2019 e.v.

Investeringsvolume

(+ = vrijval en -/- = inzet)

Afgeronde en vervallen projecten

5.100

Stadsentree A12/Malieveld en Koekamp

-2.400

Insteekhaven naast Herebrug

-1.200

Overige

-300

 Programma 9 - Buitenruimte 

1.200

Niet uitvoeren plan buitenbad Zuiderpark

1.400

 Programma 10 - Sport 

1.400

Rotterdamsebaan

20.000

Busplatform

-4.800

 Programma 12 - Mobiliteit 

15.200

Lagere bestedingen 2018

2.600

Afspraken Groei-met-Groei: dekking voor REIS

-2.500

Gebiedsontwikkeling CID & Binckhorst

-15.200

Overige

-300

 Programma 15 - Financiën 

-15.400

Ruimte ingezet in budgettair kader

2.400

De volgende niet-neutrale mutaties vormen onderdeel van de actualisatie van het MIP 2019 en 2020-2023:

  • Op programma Buitenruimte is ruimte ontstaan in 2019 door het vervallen van Plein 1813 (wegens het niet verhuizen van de Israëlische Ambassade; € 3,5 mln.) en meevallers op afgeronde projecten (€ 1,6 mln.). Extra dekking is binnen dit programma beschikbaar gesteld voor de Stadsentree A12/Malieveld en Koekamp en het realiseren van een insteekhaven naast de Herebrug.
  • Op programma Mobiliteit is ruimte ontstaan door het verlagen van het budget van de Rotterdamsebaan in 2019. Het budget voor het project busplatform is opgehoogd.
  • Bij het coalitieakkoord 2019-2022 is bepaald dat de realisatie van een buitenbad in het Zuiderpark geen doorgang vindt.
  • De overige mutaties zijn verwerkt op het programma Financiën. Dit betreft allereerst vrijval die is ontstaan op rentelasten en kapitaallasten wegens lagere besteding op investeringsprojecten in 2018 dan begroot. Dekking is in 2019 beschikbaar gesteld voor de gebiedsontwikkeling CID & Binckhorst en REIS. De resterende investeringsruimte is ingezet als onderdeel van het budgettaire kader in 2019 (ter hoogte van € 1 mln.) en in de begroting 2020-2023 (investeringsbedrag van € 1,4 mln. t.b.v. buitenbad Zuiderpark waarvan de bijbehorende kapitaallasten zijn vervallen. Zie de tabel maatregelen en intensiveringen).

Groei-met-Groei
Met ingang van de Programmabegroting 2017-2020 werkt de gemeente met een financieringssystematiek, de zogeheten ‘Groei-met-Groei’, waarmee de opbrengsten van de groei van de stad deels ten goede komen aan de investeringen die verdere groei van de stad accommoderen. In onderstaande tabel zijn de beschikbare middelen weergegeven.

bedragen x € 1.000

Groei-met-Groei middelen

Incidenteel

Structureel

2020 e.v.

2020

2021

2022

2023

Groei-met-Groei cf. Voorjaarsnota 2019

915

1.753

1.753

1.753

1.753

Groei-met-Groei a.g.v. actualisatie MIP

2.500

Technische match: herfasering / goedzetten jaarschijven 

2.622

-981

-133

-89

-46

Totaal

6.037

772

1.620

1.664

1.707

Onderdeel van deze Programmabegroting 2020-2023 is de Ruimtelijk Economische Investeringsstrategie 2020-2030 (REIS). REIS betreft een investeringsprogramma voor de korte en middellange termijn waarbij de schouw van ruimtelijk economische thema’s in samenhang leidt tot een presentatie van de Haagse investeringsbehoefte. De financiële consequenties van de financieringssystematiek Groei-met-Groei bieden dekking aan de Haagse investeringsbehoefte. Onderstaande tabel geeft een samenvatting van REIS 2020-2030. De investeringsomvang die aan het MIP wordt toegevoegd voor de investeringsprojecten met structurele dekking Groei-met-Groei bedraagt ca. € 15,9 mln. De inhoudelijke projecten zijn, daar waar relevant, toegelicht in de desbetreffende programma's.

bedragen x € 1.000

Inzet Groei-met-Groei middelen voor REIS 2020-2030

Incidenteel

Structureel

2020 e.v.

2020

2021

2022

2023

Programma 9 - Buitenruimte

Tijdelijk beheer openbare ruimte Entree en Fietsenstalling Kijkduin

1.650

The Hague World Forum - Openbare ruimte

500

Programma 11 - Economie

Winkelstraten 

1.454

Technologypark Ypenburg

950

Programma 13 - Stadsontwikkeling en Wonen

Noordelijk Havenhoofd, verplaatsing KNRM

535

Verhogen schoorsteen HAC Binckhorst

500

Mozartlaan

300

Toren van Oud

150

 Totaal projecten REIS met incidentele dekking Groei-met-Groei 

6.039

-

-

-

-

Programma Buitenruimte

Haven naast Herenbrug - Koekamp (investeringsdeel REIS € 1,4 mln.)

161

161

161

Programma 11 - Economie

Living Lab (investering € 2,7 mln.)

 44

87

131

174

Programma 12 - Mobiliteit

Extra beheerkosten Mobiliteit

380

380

380

380

KJ-plein (investering € 5,5 mln.)

220

220

220

220

Beheer casco KJ-plein

120

120

120

120

Voorbereidingskrediet (€ 3,3 mln.) investeringen Mobiliteit

380

380

380

Programma 13 - Stadsontwikkeling en Wonen

Junoblok (investering € 3 mln.)

8

272

272

272

 Totaal projecten REIS met structurele dekking Groei-met-Groei 

-

772

1.620

1.664

1.707

Totaal

6.039

772

1.620

1.664

1.707

Herfaseringen
In deze voorliggende programmabegroting zijn, zoals gebruikelijk, de begrotingsposten geactualiseerd. Gemeentebreed zijn deze mutaties neutraal. Binnen deze mutaties bevinden zich enkele noemenswaardige majeure herfaseringen tussen jaarschijven (incidenteel). Deze zijn in onderstaande tabel weergeven.

bedragen x € 1.000

Majeure herfaseringen (> € 0,75 mln.)

Jaarschijven

2020

2021

2022

2023

Realiseren duurzame & betaalbare warmte

6.000

-4.500

-4.500

0

Preventiemaatregelen Jeugd en WMO

1.000

2.000

0

0

Verkeersveiligheid

-1.500

0

1.500

0

Verkoopopbrengst Amerikaanse ambassade

0

-11.500

0

0

Diverse taakmutaties gemeentefonds

1.483

2.403

0

0

Diverse incidentele projectbudgetten Mobiliteit

2.430

0

0

0

Renovatie Binnenhof

0

1.800

0

0

Groei-met-Groei

1.554

1.266

564

-46

Goedzetten kapitaallasten in jaarschijven

-2.500

2.500

0

4.000

Totaal

8.467

-6.031

-2.436

3.954

Om de herfasering van de financiële middelen mogelijk te maken, wordt sinds de programmabegroting 2019-2022 gebruik gemaakt van een herfaseringsreserve. Deze reserve biedt de gemeenteraad inzicht in welke projecten later worden uitgevoerd en wat daar de financiële gevolgen van zijn. De uitgebreide specificatie van deze reserve is opgenomen bij het programma 15 – Financiën.

Verwerking verkoopopbrengst Eneco

De inzet van de beoogde verkoopopbrengst van Eneco gaat pas spelen na besluitvorming over de verkoop van Eneco door de raden van de aandeelhouders en nadat diverse mededingingsautoriteiten toestemming verleend hebben. Daarom wordt niet vooruitgelopen op de verkoop van Eneco in deze programmabegroting 2020-2023. Nadat de verkoop van Eneco onherroepelijk is geworden vindt een tussentijdse begrotingswijziging plaats. Hiermee worden de afspraken uit het coalitieakkoord inzake Eneco in de begroting verwerkt. De raad is reeds geïnformeerd over de beoogde spelregels om deze verkoopopbrengst te beheersen (RIS304225).

Vanaf 2024 is er ruimte om de extra beheerlasten die voortvloeien uit de investeringen die worden gedaan met de verkoopopbrengst van Eneco voor € 5,2 mln. te dekken.

ga terug