Begroting 2020

Zorg, welzijn, jeugd en volksgezondheid

Doelstelling

Beoogd maatschappelijk effect: Wat willen we bereiken?

Iedereen in Den Haag verdient goede, menselijke en betaalbare zorg en indien nodig opvang. Jong of oud, rijk of arm, gezond of ziek: iedere Hagenaar kan rekenen op de zorg of ondersteuning die hij of zij nodig heeft. De burger staat centraal en vanuit een positieve visie op gezondheid zijn mogelijkheden, veerkracht en eigen regie van mensen het uitgangspunt. We werken verder aan de transformatie van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en jeugdhulp. We willen jeugdhulp, zorg en ondersteuning laagdrempelig en dichtbij inwoners thuis aanbieden. Door wijkgericht op een slimme manier algemene voorzieningen met maatwerkvoorzieningen én formele zorgstructuren met informele structuren te verbinden, zorgen we voor zo licht mogelijke passende zorg voor iedereen die dat nodig heeft. Het college zet stevig in op preventie en vroegtijdig signaleren. We versterken het informele netwerk van vrijwillige inzet en mantelzorg, JMO teams en welzijnswerk werken hierbij goed samen.

Met professioneel ouderenwerk, maatschappelijk werk, opbouwwerk en jeugdwerk signaleren we vroegtijdig sociale problematiek en voorkomen we waar mogelijk latere vraag naar zorg, schuldhulpverlening of andere vormen van ondersteuning. Of we voorkomen grotere problemen door er vroeg bij te zijn en in een vroeg stadium ondersteuning  te bieden. We werken aan het versterken van sociale samenhang in wijken en buurten waarmee  eenzaamheid en isolement kan worden voorkomen.

Ook zetten we in op het vergroten van de toegankelijkheid en het aanpakken van eenzaamheid. Het beleidsplan Zorg, Jeugd, Volksgezondheid “Gezond en Veerkrachtig” Den Haag 2019-2022  (RIS 303812) is het kader voor actieprogramma’s waarmee deze thema’s concreet worden uitgewerkt.

Programma op hoofdlijnen

bedragen x € 1.000

Begroting

2019

2020

2021

2022

2023

Lasten

570.112

584.518

564.718

538.641

536.974

Baten

61.390

59.511

59.818

59.818

59.818

Saldo exclusief reserves

508.722

525.007

504.900

478.823

477.156

Dotaties

0

8.300

0

0

0

Onttrekkingen

1.250

1.875

1.875

0

0

Saldo inclusief reserves

507.472

531.432

503.025

478.823

477.156

Saldo incidentele baten en lasten

25.866

45.481

18.929

2.008

199

Structureel saldo programma

481.606

485.951

484.096

476.815

476.957


Toename van de zorg en hogere zorgkosten

In 2015 werden gemeenten (vanwege een grote decentralisatie vanuit het Rijk) verantwoordelijk voor taken zoals de uitvoering van de gedecentraliseerde jeugdhulp, de begeleiding en dagbesteding Wmo en beschermd wonen. De taken zijn overgekomen naar de gemeente met een korting op het budget. In combinatie met een sterk toegenomen beroep op deze voorzieningen, heeft dit geleid tot structurele tekorten op de jeugdhulp en de Wmo. Dit is geen Haags probleem maar een landelijk probleem. Hieruit ontstaat een extra noodzaak opo inzet op preventie. Het college wil langs verschillende lijnen de inzet op preventie vergroten door een stevig integraal welzijnswerk, preventief jeugd- en zorgbeleid en slimme maatregelen om zware vormen van zorg te voorkomen.

De onderstaande tijdslijn geeft weer hoe de budgetten, kosten en aantallen zich hebben ontwikkeld in de periode 2015 t/m heden, en wat de belangrijkste gebeurtenissen per tijdvak waren die hebben bijgedragen aan deze ontwikkeling.

Ontwikkelingen 2015 - 2018 Jeugd en Wmo

Bij bijna alle gemeenten in Nederland zijn zowel het beroep op de jeugdhulp als het gebruik van de Wmo in de afgelopen jaren fors toegenomen. Bij de jeugdhulp gaat het om alle vormen van jeugdzorg, waaronder gesloten jeugdhulp, jeugdbescherming (voogdij en gezinsvoogdij), jeugdreclassering, geestelijke gezondheidszorg en gespecialiseerde jeugdhulp. Bij de Wmo gaat het om maatwerkvoorzieningen zoals beschermd wonen, hulp bij het huishouden en begeleiding, maar ook welzijn, informele hulp en gemeentelijke ondersteuning vanuit de wijkteams.

Vanaf 2017 ontstond bij de jeugdhulp in de regio Haaglanden (H10: de 10 gemeenten die samen (zwaar) specialistische jeugdhulp inkopen) een budgettaire overschrijding. Dit zette zich voort en in 2018 waren de kosten voor Den Haag ruim € 22 mln. hoger dan begroot (zie Programmarekening 2018, RIS 302204). Op huiselijk geweld en kindermishandeling is ca. € 3,5 mln. aan hogere kosten gemaakt als gevolg van hogere kosten voor gespecialiseerde jeugdhulp en meer meldingen ten opzichte van 2017 bij Veilig Thuis Haaglanden.

In 2018 heeft de gemeente circa 5.000 extra Wmo aanvragen behandeld. Eind 2018 hebben ruim 36.000 Hagenaars een Wmo maatwerkvoorziening ontvangen, ten opzichte van 32.700 in 2017. De Wmo registreerde in het jaar 2018 € 16 mln. aan meerkosten.
Zowel de jeugdhulp als de Wmo zijn zogeheten open einde regelingen waarbij de gemeente inwoners hulp blijft bieden zodra en zo lang dat nodig is. De gemeente is hierbij deels afhankelijk van verwijzingen door externe partners.
Ook het aantal daklozen en dakloze gezinnen neemt toe. Het beroep op (nachtopvang) voorzieningen blijft stijgen. Ook maken mensen steeds langer gebruik van de opvang dan voorheen.  Doordat  er te weinig uitstroommogelijkheden zijn, verblijven mensen langer in de opvang dan strikt genomen noodzakelijk is.
Door bovenstaande ontwikkelingen zouden vanaf het jaar 2020 meerkosten structureel ruim € 50 mln. zijn.
Door het nemen van maatregelen binnen en buiten het programma (conform coalitieakkoord) en extra middelen van het Rijk gaan we dit ombuigen. De gemeente ontvangt zowel in 2020 als 2021 incidenteel € 11,3 mln. van het Rijk. Het Rijk onderzoekt of de geconstateerde groeiende vraag naar jeugdzorg een boeggolf is (wel of niet meerjarige toename van het gebruik van jeugdhulp).of, en zo ja in welke mate, dit een structureel karakter heeft. Mocht uit het onderzoek blijken dat de kostenstijging structureel van aard is, zal ook structurele compensatie van het Rijk moeten volgen.

Opgaven binnen het programma

Een deel van de tekorten wordt buiten het programma Zorg en Jeugd opgevangen, een deel binnen het programma (conform coalitieakkoord). Op een begroting van meer dan € 400 mln. voor  de jeugdhulp en Wmo hebben we in 2020 een opgave van € 20,6 mln. (circa  5%) binnen het programma. Den Haag doet een beroep op het Rijk om meer Rijksmiddelen, onder andere voor de aanzuigende werking van het abonnementstarief.  

De maatregelen zijn gericht op het tegengaan van oneigenlijk gebruik, het beter aanbesteden (we onderzoeken de mogelijkheden om minder aanbieders te contracteren), preventieve inzet en de beweging van zware naar lichte zorg als dit passender is. De genomen maatregelen zijn kwaliteitsgericht. Hagenaars kunnen blijven rekenen op de zorg en ondersteuning die ze nodig hebben. We richten voor alle zekerheid een voorziening in voor de inwoners voor signalen over de zorg. Bij de Wmo hebben we hier eerder goede ervaringen opgedaan met het meldpunt Tussen Wal en Schip.  

In het coalitieakkoord is afgesproken dat de structurele taakstelling binnen het begrotingsprogramma oploopt van € 20,6 mln. in 2020 tot € 24,6 mln. in 2022 en verder. In onderstaande tabel zijn de lijnen opgenomen hoe we de taakstelling uit het coalitieakkoord gaan halen, met daarbij de beoogde financiële opgave. Met deze begroting wordt zoals verzocht (RIS-nummer 304269) een nadere onderbouwing gegeven van de taakstelling op jeugd en zorg en de taakstelling en een uitsplitsing gemaakt van de verbeterlijnen binnen het programma. Over de voortgang wordt de raad periodiek gerapporteerd.

bedragen x € 1.000

Verbeterlijnen van het maatregelenpakket

Financiële opgave 2023

Tegengaan misbruik en oneigenlijk gebruik

3.000

Beter aanbesteden op doelmatig en doeltreffend zorgaanbod

10.000

Preventieve inzet / verbeterde indicatiestelling

3.000

Kwaliteitsverbetering en synergie JMO organisatie

5.000

Zorg- en beleidsvernieuwing

3.600

Financiële opgave Jeugdhulp en Wmo volgens coalitieakkoord

24.600

Gedurende de komende jaren moet worden bezien of de getroffen maatregelen het gewenste financiële effect sorteren. De verwachte opbrengsten van een aantal hieronder beschreven maatregelen is momenteel indicatief bepaald en kunnen in de uitwerking meer opbrengen of minder. Daarnaast kunnen ook vanwege de complexiteit van het domein en nieuwe wet- en regelgeving gedurende deze periode mee- en tegenvallers optreden.

Tegenover de besparingen is, in het nieuwe coalitieakkoord, incidenteel € 14,5 mln. beschikbaar gesteld ter verzachting van de tekorten komende jaren. Dit is inclusief de indicatieve verzachting voor 2020 (€ 6 mln.). De verzachtingsgelden zijn nu in de begroting in jaarschijf 2020 opgenomen maar zullen bij de eerstvolgende begrotingsactualisatie in een nieuw te vormen reserve worden gezet. Alle mee- en tegenvallers van de maatregelen binnen het verbeterlijnen worden met deze reserve verrekend, evenals het bedrag dat nodig is om de jaarlijkse taakstellingen en indicatieve verzachting uit het coalitieakkoord te halen. Zo nodig zal het college de reserve periodiek herwaarderen.

Tegengaan misbruik en oneigenlijk gebruik (bijdrage aan taakstelling € 3,0 mln. in 2023)

Zorggeld moet naar de zorg gaan. We zetten stevig in op de aanpak van misbruik en oneigenlijk gebruik van zorggeld. Samenwerking in de keten is de basis van deze aanpak. Het begint aan de voorkant in de uitvoering met duidelijke kaders en richtlijnen, werkprocessen die dit ondersteunen en het bevorderen van fraude-alertheid zodat signalen tijdig worden opgepakt. Aan de achterkant is het tegengaan van misbruik en oneigenlijk gebruik een belangrijke pijler van het contract- en relatiemanagement. Het team dat hiervoor verantwoordelijk is, zorgt voor monitoring, analyse, contracttoetsing en stimulering van verbetering bij zowel de gemeente als de aanbieders. Het team onderhoudt contacten met de aanbieders, ziet toe op naleving, kwaliteit, doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid en treedt indien nodig handhavend en sanctionerend op.

Toezicht en handhaving (materiële controles) op gebruik van persoonsgebonden budget en zorg in natura kan leiden tot het terugvorderen dan wel (gedeeltelijk) stopzetten van zorg. Met een persoonsgebonden budget kunnen mensen zelf hun zorg inkopen. Maar het is een systeem dat ook kwetsbaar is voor misbruik. In Den Haag hebben circa 400 jeugdigen een pgb op basis van de Jeugdwet en circa 2.000 inwoners een pgb op basis van de Wmo. Maandelijks kwamen er in 2019 gemiddeld 20 signalen binnen over mogelijk misbruik met een pgb, waarvan er gemiddeld 10 onderzoekwaardig waren en zijn opgevolgd. Ook onterechte declaraties van zorgaanbieders hebben de aandacht. We gaan strenger controleren of de zorg geleverd is als we signalen binnen krijgen, onder andere via materiële controles bij zorgaanbieders. Ook gaan we strenger toezien of er niet meer zorg worden geïndiceerd dan nodig om een bepaald resultaat te bereiken en of indicaties van verwijzers buiten de gemeente daadwerkelijk zijn afgegeven. In totaal schatten we in dat de aanpak van misbruik en oneigenlijk gebruik netto €3 mln. aan kostenbesparing oplevert.

Doelmatig en doeltreffend zorgaanbod (bijdrage aan taakstelling € 10,0 mln. in 2023)

De gemeente wil de aangeboden zorg verder integreren en beter op elkaar afstemmen. Daarom zijn de Maatwerkarrangementen (MWA) vanaf 2020 uitgebreid met beschermd wonen en maatschappelijke opvang en de ondersteuning van jongeren van 16 tot 23 jaar, waardoor er een soepele overgang van jeugd naar volwassenheid kan worden gerealiseerd met een doorgaande lijn van ondersteuning. Met de nieuwe contracten wordt een prijsvoordeel behaald.

Door diverse subsidies voor beschermd wonen, maatschappelijke opvang (deels; alleen voor het onderdeel doorstroomvoorziening) en jeugd op te nemen in de MWA wordt overlap weggesneden. Zo werden in de vorige contractperiode de doorstroomvoorzieningen, gefinancierd vanuit de subsidies maatschappelijke opvang, aangevuld met begeleiding gefinancierd vanuit de MWA. Met de nieuwe contracten is een eenduidige financieringsstructuur gerealiseerd, waardoor stapeling van financiering wordt voorkomen.

De financiering van beschermd wonen was aanbodgericht vormgegeven vanuit de situatie zoals die bestond onder de AWBZ. Met de nieuwe contracten is de afgestemd op de werkelijke ondersteuningsbehoefte van de cliënten. Er is sprake van financiering op maat. Omdat aanbieders alleen worden betaald voor de zorg die wordt geleverd, verlaagt dat ook de kosten.

In het nieuwe contract zijn de resultaatgebieden waaronder financiën, dagbesteding en begeleiding beter afgebakend en zijn de kwaliteitseisen scherper geformuleerd. Dat voorkomt inzet van meerdere resultaatgebieden als dat niet per se nodig is. Daarnaast zijn lichte begeleidingstaken toegevoegd aan het resultaatgebied Huishoudelijke Hulp (HH). Deze maatregelen hebben een positief effect op de kwaliteit van de dienstverlening aan de inwoners. Bijkomend voordeel is dat we alleen voor de zorg betalen die wordt geleverd.

We verwachten dat de nieuwe contracten voor de MWA voor 2020 € 3,5 mln. gaan bijdragen aan de taakstelling.

Voor 2020 zijn overbruggingsovereenkomsten afgesloten met de jeugdhulpaanbieders. Voor 2021 wordt toegewerkt naar een nieuw contract. We onderzoeken de mogelijkheden om minder aanbieders te contracteren. We investeren in 2020 en verder in de toegang en samenwerking met- en regie op aanbieders. Doordat de toegang tot de zorg nu wijkgericht is georganiseerd in de wijkteams staat de gemeente dichter bij inwoners. Hierdoor kan de zorgbehoefte van inwoners beter worden afgestemd op de voorzieningen in de wijk. Daardoor kan een besparing worden gerealiseerd, terwijl de inwoner toch de zorg en ondersteuning krijgt, waar zij behoefte aan heeft. Evident duurdere voorzieningen worden betere gescreend op nut en noodzaak. We verwachten dat deze maatregelen in 2020 € 2 mln. bijdragen aan de taakstelling.

Preventieve inzet/verbeterde indicatiestelling (bijdrage aan taakstelling € 3,0 mln. in 2023)

We zetten in op laagdrempelige zorg en ondersteuning. Daarbij zoeken we de mensen op en komen we dus achter de voordeur. Door wijkgericht op een slimme manier algemene voorzieningen en duurdere maatwerkvoorzieningen, formele en informele zorg met elkaar te verbinden, zorgen we voor zo licht mogelijke passende zorg voor iedereen die dat nodig heeft. Het Haags Hulpkompas is ontwikkeld, zodat mensen makkelijker hun weg kunnen vinden naar voorzieningen. We maken ons voorzieningenbeleid voor onder andere woningaanpassingen en hulpmiddelen efficiënter met maatregelen als het terugnemen van scootmobielen wanneer deze niet of nauwelijks gebruikt worden en scootmobielcubes in bruikleen te verstrekken en te gaan hergebruiken. Een andere maatregel is dat mensen naar een Haags ontmoeten- locatie worden begeleid in plaats van direct een indicatie voor dagbesteding. Met het aanpakken van eenzaamheid ontwikkelen we een effectieve aanpak op wijkniveau, waarmee de stijgende eenzaamheidstrend wordt omgebogen. Hier gaat een preventieve werking van uit voor het beroep op de zorg. Door het trainen van casemanagers in de uitvoering op het herkennen van eenzaamheid, kunnen zij beter passende voorzieningen voorstellen aan de inwoners. Dan gaat het bijvoorbeeld om de thuiskok, sport en bewegen in de wijk en samen breien. Goede zorg is alleen mogelijk als zorgaanbieders en de gemeente hiervoor gezamenlijk de verantwoordelijkheid dragen en als aansluiting wordt gevonden bij voorliggende wmo- en welzijnsvoorzieningen.

Kwaliteitsverbeteringen en synergie JMO (bijdrage aan taakstelling € 5,0 mln. in 2023)

We nemen per 2021 een nieuw, vereenvoudigd ICT-systeem in gebruik waardoor zorggegevens beter worden gekoppeld en meer systeemcontroles mogelijk zijn. Dit is minder arbeidsintensief en verkleint de kans op fouten. Minder dure systemen en minder benodigde fte’s leveren een besparingen op €1 mln. in 2021 oplopend tot € 2 mln. vanaf 2022.

We gaan in 2020 door met de maatregelen waarover we sinds 2018 periodiek rapporteren aan de Rekeningencommissie(zie o.a. RIS 303663). Het gaat hierbij onder meer om de pilot met de praktijkondersteuner JGGZ en het opschonen van het administratieve proces door een koppeling met de Basisregistratie Personen aan te brengen waarmee onterechte toewijzingen en declaraties worden voorkomen.

Een belangrijk onderdeel van de kwaliteitsverbetering is het vergroten van het inzicht in de cliëntstromen en het verbeteren van de ketensamenwerking binnen het sociaal domein. Het doel hiervan is vooral om de zorg en ondersteuning beter op elkaar af te stemmen en om inwoners betere hulp en ondersteuning te geven. We gaan de aangeboden zorg (zo licht als mogelijk, zo zwaar als nodig)verder integreren en beter op elkaar afstemmen. Binnen de JMO organisatie werken onder meer CJG’s, jeugdteams, Wmo wijkteams, servicepunten, de buurthuizen van de toekomst en de GGZ-teams efficiënt met elkaar samen. Daarbij groeien we steeds meer toe naar 0-100 teams. Teams voor mensen van alle leeftijden, waarbij het uitgangspunt is dat op basis van de persoonlijke situatie van de hulpvrager díe expertise wordt ingezet die nodig is. In 2020 intensiveren we ook de inzet op samenwerking met andere ketenpartners binnen het sociaal domein, zoals de huisartsen, de woningcorporaties en de politie. Ontschotting en integraliteit zorgen ervoor dat problematiek in samenhang wordt aangepakt. Dit levert tevens een besparing op.

Zo hebben we door implementatie van het Wmo-voorspelmodel hebben we eerder inzicht in de te verwachte ontwikkeling in het beroep op voorzieningen. Daardoor kunnen we sneller en beter inspringen op ontwikkelingen en sneller de juiste voorzieningen aanbieden.

Verder kunnen we door samenwerking in de keten in het sociaal domein te verbeteren goedkopere maar beter passende voorzieningen realiseren. Zo liggen er kansen in de samenhang met andere beleidsterreinen zoals financiële dienstverlening (bijvoorbeeld met schuldenlab), onderwijs en wonen, maar ook in een betere samenwerking met zorgverzekeraars en zorgkantoren. Zo willen zorgverzekeraars nu ook mee betalen aan de pilot Praktijkondersteuner Huisartsen GGZ, waardoor de gemeente nu niet meer de volledige lasten draagt.

Zorg- en beleidsvernieuwing (bijdrage aan taakstelling € 3,6 mln. in 2023)

Hieronder volgen een aantal elementen van zorg- en beleidsvernieuwing waar we de komende periode aan werken. Dit is een niet limitatieve opsomming. In het uitvoeringsprogramma wordt hier een nadere inkleuring aan gegeven:

  • Afbakening Wlz-Wmo: We gaan onderzoeken of zware zorgcliënten mogelijk in aanmerking kunnen komen voor de Wlz en hierdoor betere geholpen kunnen worden. Dit ook i.v.m. de openstelling van de Wlz voor 18+ GGZ-cliënten per 2021.
  • We ontwikkelen een genormeerd afwegingskader om gezinscoaches en Wmo consulenten nog beter te ondersteunen in hun professionele afwegingen.
  • De Gemeente Den Haag is één van de acht gemeenten die meedoet aan het experiment Integraal Budget. Met dit experiment onderzoekt het ministerie van VWS wat erbij komt kijken om een integraal budget mogelijk te maken. In dit kader is de gemeente Den Haag gestart met de pilot één integraal pgb budget, dat betekent dat inwoners die zorg en/of ondersteuning nodig hebben op verschillende gebieden, dit bij 1 loket kunnen krijgen met 1 flexibel budget.
  • We gaan onderzoeken hoe we het aantal no-shows bij het collectief aanvullend Wmo-vervoer  (AV070) kunnen verlagen. Maandelijks zijn er circa 3000 no-shows. Dat gaat om bestelde ritten, waar op het afgesproken tijdstip de klant niet komt opdagen. De kosten hiervan komen voor de gemeente.
  • We gaan kritischer te kijken naar woningaanpassingen. Niet in alle gevallen is bijvoorbeeld een volledige vervanging van een keuken of badkamer nodig, maar kan met een kleinere aanpassing volstaan worden, zonder dat dit ten koste gaat van de ondersteuning die nodig is.

We gaan door met investeren in kwalitatieve verbeteringen in de zorg, waarmee we de zorg en ondersteuning van jong tot oud slimmer organiseren en mensen die hulp nodig hebben, langer thuis kunnen wonen. Dit doen we als gemeente en in samenwerking met zorgaanbieders, zorgverzekeraars, kennisinstituten en andere maatschappelijke partners. zoals in het programma Gezond en Gelukkig Den Haag en met convenanten die we hebben afgesloten met zorgverzekeraars.

Lasten, baten en saldo

bedragen x € 1000

Lasten

€ 592.818

21,2 %

Baten

€ 61.386

2,2 %